Olie/Water/Slib
Landelijk afvalplan 2/Sectorplan 58 Olie/water/slib mengsels en oliehoudende slibben
I Afbakening
Olie/water mengsels (ow-mengsels) en olie/water/slib mengsels (ows-mengsels) komen vooral vrij bij olie- en slibafscheiders. Dergelijke mengsels die ontstaan bij schoonmaakactiviteiten vallen ook onder de reikwijdte van dit sectorplan. Ook mengsels van olie, water en/of slib afkomstig uit de scheepvaart (bijvoorbeeld oliehoudende ladingrestanten, oliehoudend afval van lading, oliehoudend waswater, ballastwater, bilgewater en slops) vallen voor wat betreft de verwerking (zie voor aspecten rond inzamelen sectorplan 53) onder dit sectorplan. Daarnaast vallen overige oliehoudende slibben onder dit sectorplan voorzover zij qua aard of samenstelling vergelijkbaar zijn met de slibfractie van olie- en slibafscheiders. Naast alle hiervoor genoemde ow-mengels en ows-mengsels vallen ook fracties die hieruit ontstaan bij afvalbewerkingstechnieken zoals decanteren, filtreren, centrifugeren, destilleren, etc. onder de reikwijdte van dit sectorplan.
Door de grote diversiteit in de herkomst van de ows-mengsels en oliehoudende slibben kunnen veel verontreinigingen, zoals organische halogeenverbindingen, zware metalen, conserveringsmiddelen, koelvloeistoffen en andere chemicaliën voorkomen in de olie-, water en/of slibfracties..
II Minimumstandaard voor verwerking
De minimumstandaard voor het verwerken van ow-mengsels en ows-mengsels is scheiden in een oliefractie en een waterfractie respectievelijk in een oliefractie, een slib/zand-fractie en een waterfractie. Versie van 3 december 2014 Landelijk afvalbeheerplan 2009 – 2021 Pagina 138 van 201 De minimumstandaard voor het verwerken van de oliefractie die resteert na scheiding van ow-mengsels en ows-mengsels is ‘andere nuttige toepassing’ met als beperking dat hoofdgebruik als brandstof alleen is toegestaan binnen inrichtingen waarin emissiebeperking is gereguleerd in specifieke regelgeving en/of in een omgevingsvergunning waarin waarborgen voor mens en milieu kunnen worden vastgelegd. Het voorgaande betekent dat verwerken van oliefractie die resteert na scheiding van ow-mengsels en ows-mengsels tot brandstoffen voor motoren van voer- en vaartuigen niet is toegestaan. Hiertoe worden in vergunningen van verwerkers van (de oliefractie die resteert na scheiding van) ow-mengsels en ows-mengsels zonodig sturingsvoorschriften opgenomen om afzet als brandstof voor motoren van voer- en vaartuigen of andere mobiele toepassingen of vormen van inzet buiten inrichtingen te voorkomen.
De minimumstandaard voor het verwerken van de zand- en/of slibfractie die resteert na scheiding van ows-mengsels en van overige oliehoudende slibben is reinigen in een thermische grondreinigingsinstallatie gericht op inzet als grond. Verbranden als vorm van verwijdering van de zand- en/of slibfractie in een afvalverbrandingsinstallatie of het nuttig toepassen van de zand- en/of slibfractie voor hoofdgebruik als brandstof of toeslagstof, bijvoorbeeld in cementovens, is eveneens toegestaan.
De minimumstandaard voor het verwerken van de waterfractie die ontstaat na bewerking van ow-mengsels en ows-mengsels is zuivering gevolgd door lozing.
Zie voor verdere informatie Sectorplan 58 (onderdeel Landelijk Afval Plan LAP).
Indicatief overzicht van Euralcodes:
050102; 050103; 120118; 130501; 130502; 130503; 130506; 130507; 130508; 130801; 130802; 160708; 190207; 190810